Precies 1 jaar geleden, op 17 oktober 2023, plaatste ik op deze virtuele plek -DrArts.org- mijn eerste tekeningetje en tekstje.
Precies op 17 oktober 1929 werd mijn moeder in Tampico, Mexico geboren.

Hierboven zie je mamma als baby met haar vader en grote zus Anneke, gefotografeerd door mijn oma Arendina. De moeder van mijn moeder, die in die tijd (the roaring twenties) een autorijbewijs bezat, fotografeerde en ook veel opmerkelijks noteerde in haar duidelijk leesbare handschrift. (Bv over haar ontmoeting met Diego Rivera en Frida Kahlo). Deze gelukkig goed gearchiveerde foto’s en geschriften uit de jaren dat ze in Mexico woonde met haar gezin, zijn een rijke bron waar ik nu nog steeds uit kan putten.
Ja, mijn oma Arendina inspireert mij nogal ! Maar vandaag wil ik schrijven over mijn moeder.

Mijn moeder zou vandaag 95 jaar oud geworden zijn, maar gelukkig (voor haar) is ze al 8 jaar dood. Dat wilde ze graag zelf. Ze wilde “naar pappa” zei ze.
M’n vader was namelijk al 3 jaar vóór haar de pijp uit gegaan. Hij lag met een longontsteking en een gebroken heup (die niet geopereerd kon worden omdat hij een longontsteking had) in het ziekenhuis en wilde ‘geen toeters en bellen’ (voedingssondes) meer aan zijn versleten lijf. Aangezien mijn vader geestelijk gezien nog geheel bij de tijd was, werd zijn verzoek (om palliatieve sedatie) ingewilligd.
Wij (zijn kinderen) namen met zijn drieën staand aan het voeteneinde van zijn ziekenhuisbed, met onze handen op elkaars schouders afscheid van hem. Zodat zijn laatste beeld bij leven van ons er voor hem geruststellend uitzag. ‘Ga jij maar hemelen pappa, wij zullen samen wel voor mamma zorgen’.
Mijn moeder lieten we daarna nog even met hem alleen. Ze zat naast zijn bed en lepelde nog een laatste beetje aardse liefde, een hapje chocoladevla, tussen zijn lippen, voor de smaak…
Mijn vader werd in het ziekenhuis voldoende verdoofd met morfine om geen hoestbuien en pijn meer te hoeven voelen en al snel, op zaterdagochtend, de dag voor vaderdag, kregen wij het bericht dat hij was overleden.
Mijn moeder vond het verwarrend dat zij nog door moest blijven leven zonder mijn vader… ze zouden toch samen gaan? Mijn ouders droegen weliswaar allebei een re-animeer mij niet penning maar dat is nog wat anders dan een geldige zwart-op-witte euthanasieverklaring. Mijn moeder begreep het verschil niet meer. Het was hartverscheurend. Ze leed al een tijdje aan dementie, maar dat (h)erkenden we (haar kinderen) toen nog niet zo goed. Destijds ondersteund door onze vader had ze de schone schijn nog redelijk op weten te houden, maar in haar hoofd vielen er toen al af en toe steken en raakten er steeds meer draadjes los of juist in de knoop.
Alle goedbedoelde zorgen die ze zich altijd over alles en iedereen maakte, werden voor haar steeds moeilijker te dragen. Dat was toen al eigenlijk welbeschouwd ondraaglijk lijden voor haar te noemen. Ze kon het allemaal niet meer volgen en begrijpen en ze zuchtte ook steeds vaker dat ze zich zo ontzettend moe voelde. Dat klagen en zelfs ook mopperen was niet hoe we haar kenden; ze was haar hele leven kampioen medelevendheid geweest en geloofde heilig dat ‘voor jezelf kiezen’ eigenlijk egoïstisch was. Spelletjes spelen vond ze niet leuk; ze wilde nooit winnen want dat vond ze zielig voor de anderen dus deed ze expres haar best niet en dan was er natuurlijk voor ons ook niet veel lol meer aan.
Mijn vader werd, tijdens hun laatste paar jaren samen, steeds meer mamma’s mantelzorger voor dag en nacht. Zonder daar overigens verder een woord aan vuil te maken. Hij deed het gewoon, haar liefdevol in haar waarde latend en ons kinderen belastte hij daar verder ook niet of nauwelijks mee.
Achteraf was het voor haar denk ik inderdaad het fijnste geweest als ze samen met haar geliefde man heen had kunnen gaan, maar dat ging zomaar niet. Wij kinderen hadden ah sterfbed van onze vader immers beloofd dat wij verder voor haar zouden zorgen, en met alleen zo’n reanimeer mij niet penning om je hals raak je niet zomaar hup aan gene zijde.
Fysiek althans. Maar volgens mamma sliep pappa, na zijn overlijden, elke nacht gewoon nog naast haar. En ik droomde in die tijd, dat ik aanbelde bij het huis waar mijn overleden vader woonde en dat mamma de deur toen voor mij opendeed, gehuld in een lang wit nachthemd. Zij bleek al daar bij hem te wonen, terwijl haar levende lichaam nog hier bij ons op aarde vertoefde. Dus tja..
Maar toch, arme mamma; ze moest uiteindelijk nog 3 jaar in haar aardse lichaam doorleven zonder pappa. We hebben haar in die jaren nog twee keer verhuisd want ze kon echt niet meer alleen thuis blijven wonen. Alledrie haar kinderen woonden niet meer in de buurt en konden dus niet meer dagelijks polshoogte bij haar komen opnemen. En aan de trouwe hulp in de huishouding en haar klusjesman konden we de dagelijkse zorg voor onze moeder ook niet overlaten. De buren waren zelf ook al hulpbehoevend.. kortom mamma moest verhuizen. Mijn broer deed eerst nog -heel lief – samen met zijn vrouw een poging om haar in huis te nemen, maar dat hielden ze met elkaar helaas maar zo’n 2 weken vol.
We verhuisden mamma naar een sjiek verzorgingstehuis, van Zuid-Holland naar Gelderland, want daar was nog plek en daar hadden we ook het geld voor. Maar daarvoor moest ze wèl weg uit haar oude vertrouwde woonplaats en daarmee uit haar oude vertrouwde sociale omgeving. Haar naaste vrienden en vriendinnen, waarvan de meesten ook al flink op leeftijd waren en niet zo makkelijk meer in de auto sprongen of de trein namen om mamma op te zoeken in haar nieuwe verre woonplaats, zag ze daardoor vrijwel niet meer.
Ze voelde zich enorm alleen daar in dat sjieke verzorgingshuis; nog te goed om niet opgesloten te zitten bij de zwaarder dementerenden, maar geestelijk ook weer niet goed genoeg om mee te kunnen doen met de ‘goeien’. Wij, de 3 kinderen, besloten dat mamma daar eigenlijk toch ook niet kon blijven en we verhuisden haar nogmaals. Er was een plekje vrij gekomen voor haar in een, helemaal niet zo sjiek, maar wel veel levendiger, verzorgingstehuis in het centrum van een stad aan de IJssel. De stad waar onze broer intussen ook met zijn vrouw woonde. Mijn zus belde haar iedere avond vanuit Spanje (waar ze al jarenlang woont) en ik kwam ongeveer 1 keer per week vanuit Leiden naar mamma toe. Onze broer kwam haar hier vrijwel dagelijks opzoeken en nam zodoende het grootste deel van de zorgrol van ‘pappa’ over.
Mijn volwassen dochter woonde destijds in dezelfde stad waar haar oma was komen wonen en dat was ook heel fijn voor iedereen.
Nu voelde mamma zich misschien wel weer wat meer thuis, maar haar verbinding met de tijd raakte ze toch langzaam maar zeker steeds meer kwijt en ze wilde naar pappa ..

Mijn broer ging met mijn moeder naar de huisarts. Ze wilde echt niet meer leven en wij, haar kinderen stonden achter haar besluit. De huisarts wilde haar wel helpen maar helaas pindakaas, ze was eigenlijk al te dement en de huisarts was bang dat hij haar verzoek om euthanasie er niet door zou krijgen bij de scen arts. Hij zei: ‘als u dood wilt kunt u natuurlijk ook stoppen met eten en drinken.’ ‘Nou dan doe ik dat’, respondeerde mijn moeder nuchter, ‘nu meteen !’
Diezelfde dag, of de dag nadat mijn moeder was gestopt met eten en drinken, zaten we in haar woonkamer in het verzorgingshuis samen met het hoofd verzorgend personeel, de huisarts, mijn broer, zus en ik, onze moeder zelf en een ervaren stervensbegeleidster (mijn moeder was trouwens agnost) in een kring. We overlegden met elkaar het plan van aanpak. Samen wilden we mamma als één team ondersteunen in haar sterfproces, op een zo menswaardig en prettig mogelijke manier.
Ik vond dat pappa het in vergelijking met mamma nog makkelijk had gehad. Hij kreeg meteen al morfine en andere verdoving omdat hij een longontsteking en een gebroken heup had en was na een paar dagen al overleden. Maar mamma’s lichaam was nog gezond. Het zou weliswaar steeds meer gaan verzwakken doordat ze niet meer at of dronk, maar het zou nog gemakkelijk een week of langer kunnen duren voordat haar hart zou stoppen met kloppen. Een hele week of langer bewust wachten op de dood. Onverdoofd. Omdat in Nederland nog altijd de overtuiging heerst dat iemand die lijdt aan dementie en niet langer wil leven geestelijk niet meer wilsbekwaam kan worden geacht en daardoor ‘voor de zekerheid’ beter geen euthanasie krijgen kan.
Uiteindelijk zou er in mamma’s lange sterfproces dan wel een verlossend moment komen wanneer ze lichamelijk zó zwak zou zijn geworden dat ze niet meer uit bed zou kunnen komen en ook steeds meer zou willen slapen. Dan zou ze uiteindelijk aan de sedatieslangen worden gelegd om ‘haar te helpen onder zeil te komen en te blijven’. Dan zou ze nog niet meteen dood gaan, maar ze zou ook niet meer wakker worden. Ze zou in haar slaap sterven.
En zo is het ook gegaan. Gelukkig verliep het hele proces volgens plan en in harmonie met elkaar. De stille sfeer in het appartement werd door iedere aanwezige tijdens haar laatste levensdagen gerespecteerd. Het appartement was een fijne sterftempel te noemen. Heilzaam en heilig voor de ziel. Behoorlijk indrukwekkend was het al met al (en niet goed in woorden te vangen).
Ik voel me trots op mijn moeder die, hoewel ze niet in God of zo geloofde, het hart had om helder en klaar en onvoorwaardelijk te kiezen voor deze oplossing toen ze daar door de huisarts op gewezen werd. Haar liefdevolle verbinding met mijn vader tot voorbij dit leven (en zijn trouw aan haar voorbij zijn aardse leven) zijn voor mij een ontroerend voorbeeld. Ik leer steeds meer te geloven in de werkelijkheid en de kracht van de droom die liefde is en geen grenzen heeft.

Geef een reactie op Patricia Junge Reactie annuleren