
Afgelopen maandag, tien jaar na zijn overlijden, nam ik dan eindelijk afscheid van het laatste beetje stoffelijk overschot dat restte van Karel Theodoor (*1962-2014*)
althans van dat deel van zijn as, dat onze dochter speciaal voor mij, nu een maand geleden, voorzichtig in een glazen potje had overgegoten
om mijn eigen afscheidsritueeltje mee te kunnen doen.
Het was niet veel, een grammetje of 50 schat ik.
Vanaf het moment dat ik eindelijk mijn portie van Karel’s as in bezit had, begon ik te mijmeren, te voelen en te prakkiseren over hoe ik hem de laatste eer zou gaan bewijzen, want dat ik zijn as niet lang meer in dat glazen potje hoefde te bewaren was me meteen wel helder.
Zorgvuldig bewoog ik me door dit laatste proces naar het laatste afscheidsritueel toe, geduldig wachtend op het juiste moment om het uit te voeren.
(overdag, niet te druk op het strand bij de zwarte rotsen, de zee aan het vloeden en de wind hooguit kracht 2 ).
Maandag jl. bleek de aangewezen dag hiervoor te zijn.
Het miezerde een beetje
maar tijdens het halve uur dat ik het hart met zijn naam erin met een meeuwenveertje in het zand tekende
en het potje met as goddank met heel veel moeite toch nog wèl weer open kreeg
en er precies een witte asrand langs de hartlijn mee kon strooien,
het veertje vervolgens in het hart prikte en het grootste stukje bot, dat nog heel tussen het as zat, naast het veertje in het zand duwde (terwijl ik toch nog even dapper de verleiding wist te weerstaan om dat éne allerlaatste stukje bij me te houden)
en terwijl ik zittend op een plastic tas op een natte harde zwarte steen zat te kijken en te filmen en te fotograferen hoe de zee steeds dichterbij kwam en hapje voor hapje Karel’s as-hart met haar watertong haar zoute mond binnenlikte
en toen ik zat te zingen van ‘Oeh, here comes the flood, we’ll say goodbye to flesh and blood’
en zachtjes zat te ratelen en te zwijgen
en terwijl ik een nieuwsgierige hond liefdevol op afstand hield zodat hij met zijn enthousiaste poten van Karel’s hart afbleef
en nog bijna het moment miste dat de zee met een laatste golfje het laatste beetje van het as-zand-hart weg waste.
Toen,
in dat halve uur,
was het de hele tijd droog en scheen de zon zelfs even.
Daarna stond ik weer op van de steen met de plastic zak, en filmde nog met iets meer afstand een laatste beetje na, terwijl het weer zachtjes begon te regenen en mijn telefoon helemaal leeg gefilmd raakte en op zwart sprong.

Plaats een reactie