Het grote plan

Holla lieve mensen,

voordat jullie nu gretig met jullie aandacht in ‘Het grote plan’ duiken, raad ik jullie dringend aan om eerst -als je dat nog niet gedaan hebt tenminste- mijn vorige twee berichten te lezen. Dat kun je doen door vanuit deze pagina linksboven op <vorige— te klikken. De berichten hangen namelijk nauw samen en zijn te zien als losse hoofdstukken in 1 groot verhaal, werktitel: ‘het kind van Lin.’ Alles staat in chronologische volgorde.

Dit is nu dus alweer hoofdstuk 3 en hier komt het:

Nog geen week na de Droom kreeg ik een email van iemand die ik eigenlijk helemaal niet ken, maar die een nieuwsbrief stuurde vanuit haar HUMAN DESIGN praktijk waarin ze en passant ook het werk van een paar andere bevriendinde vrouwen ‘hypte’. Eén van die vrouwen bleek een basiscursus klei-handvormtechnieken in Middelburg aan te bieden. Lekker dichtbij voor mij !

Googel de googel en toen verscheen daar op de contact-pagina van haar ‘keramieken-in-Middelburg-website’ een vertrouwd beeld van de godin. Alles wat ik zag en las op haar website resoneerde eigenlijk meteen heel prettig in mijn ‘gut’. Mmmmm !!!! Dus vervolgens, ‘gewoon’ op m’n gutfeeling vertrouwend (..ik ben een ‘generator’..), melde ik me direct maar via de Zeeuwse Volks Universiteit voor de kleicursus aan en hupsakee; tweeënhalve week later fietste ik naar het atelier in

Middelburg voor de eerste cursusmiddag om in het gezelschap van zes andere vrouwen (inclusief de juf) tweeënhalf uur basis handvormen te gaan kleien. Zeven dinsdagmiddagen in totaal.

~*~

In de tijd vóór deze eerste basis-klei-les voelde ik de drang om het beeld van vrouw Holle met haar stoet dode kinderzielen (zie screenshot hieronder uit ‘de droom’) alvast eens te tekenen.

Tijdens het tekenen kreeg ik het ambitieuze idee om die beeldengroep ook in klei vorm te gaan geven..

Toen zag ik toevallig op tv een kindermummie (met een wat oud lijkend geschilderd portret erop) uit de oud-Egyptische cultuur.

Om wat meer feeling te krijgen met dit ‘ingewikkelde’ beeld waarvan ik er een flink aantal wil maken, tekende ik dit ook eerst maar eens zelf. ‘Liggend op de planken bodem van de kar van Vrouw Holle’.

Het gezicht op mijn tekening lijkt helemaal niet op een baby en lijkt ook niet zo dood. Maar ja. Het is nog maar een eerste probeersel. Toch best een goed begin vind ik.

(Ah wat is het toch een heerlijk rustgevend gevoel dat ik mijn innerlijke faalangstige perfectionist tijdens de uren dat ik scheppend bezig ben, in de kast met een goed boek, een koplamp en een comfortabel dik kussen kan opsluiten !)

~*~

De eerste dinsdagmiddag van deze maand fietste ik dus vol goeie zin voor de eerste keer naar het klei-atelier voor de eerste kleiles. We waren met alleen maar vrouwen. Ik kende er nog niemand van. Op de binnenkant van de deur stond het 7 weken plan alvast te lezen:

We begonnen de eerste middag dus met duimpotjes te maken en daarna zouden we ook nog een plaat klei handig leren uitrollen, in vorm brengen en er een reliëf in drukken, wat theorie krijgen over stooktechniek plus huiswerk uitleg voor les twee.

Jaja, het is wèl een cursus van de Zeeuwse Volks Universiteit hee.. !

Aan een grote opgeruimde houten tafel zaten we al snel met een kopje thee of koffie en een plakje klei in de hand, te luisteren naar de uitleg voor les 1. De kopjes (zie les 5) waren uiteraard door de juf zelf gekleid en geglazuurd (niet dat ze daar over op zat te scheppen hoor).

De klei moest je goed doorkneden en met je handpalmen tot een balletje vormen en dan je duim er in drukken tot je een holle halve bol had. Het zgn duimpotje. Dan dit herhalen met een tweede plakje klei (even groot als het eerste plakje). De rand van één halve bol een beetje inkrassen en vervolgens de twee holle halve bollen op elkaar plakken met wat klei-slib.

Zodoende en tot mijn grote verrassing zaten de twee duimpotjes meteen goed aan elkaar vastgeplakt. Je kon de bol aan de bovenste helft in de lucht vasthouden en de onderste helft bleef er, ondanks de zwaartekracht, rustig aan hangen. Wat een goeie truc !

Nu was het de grote vraag wat we verder met de holle bollen zouden gaan doen.

De juf, laat ik haar voortaan Mirjam noemen, liet ons wat voorbeelden zien; je kon er bv een vogeltje van maken of een schatkistje. Voor het schatkistje moest er een opening in komen die je dan later, na het bakken en glazuren af kon sluiten met een mooie schelp of steen. We kregen er een aantal fraaie voorbeelden van te zien.

Ik bedacht dat ik wel een schatkistje in de vorm van een babymummie kon maken met een mooi rond steentje (gezichtje) als sluitstuk.

Dus dat deed ik toen maar ‘gewoon’. Andere cursisten maakten vogeltjes en poezen (eentje leek meer op een vosje) en ik vormde mijn oorspronkelijke bol voorzichtig uit totdat er een beetje de illusie van een omwonden lichaampje ontstond.

Met een mesje trok ik, niet te diep, een vlechtwerk van lijnen rondom de holle vorm in de natte klei. Daarna maakte ik een gat in de klei voor het stenen ‘hoofdje’.

(Op deze foto is de klei al droog; de foto maakte ik pas toen de kleivorm al ‘biscuit’ gebakken was)

Mirjam hielp ons waar nodig. Iedereen werkte geconcentreerd en gestadig door. Dat moest ook wel want we hadden in deze tweeënhalf uur nog meer te doen. Maar de werksfeer was gelukkig niet stressig. Kleien is natuurlijk pure therapie voor het overprikkelde zenuwstelsel. Dat hoef je dr. Arts niet te vertellen!

Na de les vertelde Mirjam mij dat de schatkistjes die ze had gemaakt eigenlijk kleine urnen waren.. dus dat schiep meteen wel een soort ‘rouw’-band. Ze vertelde me ook over een galerie in Middelburg (Gerritse) die in november/december een expositie organiseert rondom het thema ‘rouw en troost’. Dus die galerie ga ik binnenkort maar eens bezoeken..

Volgende keer verder

Plaats een reactie

Dr. Arts (¡)

Sasja’s open baringen